MENU
 
Home
Nieuwsbrief
GC in de media
SiteMap
 
Tips en Tricks
Excel
Word
Photoshop
PowerPoint
Surf Tips
Gmail
Android
iPad
Excel ClipTips
 
cursus Office 2016
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2013
Excel
PowerPoint
Word
Nieuw in Excel 2013
Nieuw in Word 2013
Nieuw in PowerPoint 2013
 
cursus Office 2010
Access
Nieuw in Excel 2010
Excel automatiseren
Excel
OneNote
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2007
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Publisher
Visio
Word
 
cursus Office
2000-2002-2003-XP
Access
Excel
PowerPoint
Outlook
Word
 
cursus Photoshop
CC -3D
Animatie
CS6
CS5
CS4
CS2 - CS3
Lightroom 3
Elements 6
Mask Pro
Nik Collection
 
cursus Dreamweaver
CS3
 
cursus Illustrator
CS4
 
cursus Flash
CS4
 
cursus Fireworks
CS4
 
cursus Paint Shop Pro
X en X2
 
cursus Premiere
Elements 7-8
 
cursus Joomla
Joomla 1.5
 
Sociale Netwerk sites
Facebook
LinkedIn
Twitter
 
iPad
Apps
 
Diversen
Celtx
CSS
DropBox
Firefox 3.6
GIMP
Internet Explorer 9
LIME
Linux
OpenSUZE
PREZI
ProShow Producer
YouTube
 
cursus Google
Agenda
Analytics
Gmail
Zoeken
Picasa 3
SketchUp
Chrome
Street View
 
cursus Windows
Live Movie Maker
Windows 10
Windows 8
Windows 7
XP
Vista
 
cursus Office '97
Word
Excel
 
 
>

 

Tips Excel   go to : Index
       
Tip 35/3    
Deze Tip werd geschreven door Valentin, waarvoor mijn dank.
 
Meerkeuzevragen met keuzerondjes - Deel 3
We gaan nu punten toekennen aan deze cijfers, voor een goed antwoord 1 punt en voor een fout antwoord 0 punten. We gebruiken daarvoor de functie Kiezen: de functie kiezen heeft 2 parameters  parameter 1: index_getal  (is vereist). geeft aan welk waardeargument is geselecteerd. index_getal moet een getal zijn tussen 1 en 254, of een formule of verwijzing naar een cel die een getal tussen 1 en 254 bevat.
parameter 2:  waarde1, waarde2, enz     waarde 1 is vereist, de volgende waarden zijn optioneel. Maximaal 254 waardeargumenten waaruit de functie KIEZEN een waarde of een te verrichten bewerking kiest op basis van index_getal. Geldige argumenten zijn getallen, celverwijzingen, gedefinieerde namen, formules, functies of tekst.
 

We selecteren cel  G2 en typen de formule: =KIEZEN(F2;0;1;0)
parameter 1 (index getal)is de celverwijzing naar cel F2
parameter 2 (waardeargumenten) zijn de waardes voor de antwoorden, keuzerondje 1 is fout antwoord = 0 punten, keuzerondje 2 is correct antwoord = 1 punt en keuzerondje 3 is fout antwoord= 0 punten.
De formule geeft echter een foutwaarde als er geen rondje geactiveerd is, daarom passen we ze aan met de functie ALS: =ALS(F2=””;””;KIEZEN(F2;0;1;0))
De formule voor cel G3 is  : = ALS(F3=””;””;KIEZEN(F3;1;0;0) en de formule voor cel G4: = ALS(F4=””;””;KIEZEN(F4;0;0;1)

 
We geven het resultaat van deze kwis weer in cel B23.
De formule voor cel B23 is:
=ALS(SOM(G2:G4)=1;"U heeft 1 vraag juist beantwoord";"U heeft "&SOM(G2:G4)&" vragen juist beantwoord")
 
We selecteren de kolommen F en G, klikken met de rechtermuisknop en kiezen voor “Verbergen”(1) .
 

Vervolgens resetten we de geactiveerde rondjes, met de Ctrl-toets ingedrukt klikken we op een geactiveerd rondje, in het menu klikken we  op  “Besturingselement opmaken” (1)

 

Op het tabblad “Besturingselement” van het  dialoogvenster “Besturingselementen opmaken”  kiezen we bij “Waarde” “Niet ingeschakeld”(2) en klikken OK.

 

Herhaal deze bewerking voor de ander geactiveerde rondjes.

Om het geheel visueel nog wat mooier te maken gaan we op het lint naar het tabblad “Beeld”(1) en nemen de vinkjes weg bij “Rasterlijnen” en “Koppen” en” Formulebalk”(2).

 

De vragenlijst is klaar om beantwoord te worden.

 
Voorbeeld 2:
meerkeuzevragen met horizontaal geordende keuzerondjes (1), met de antwoordmogelijkheden in cellen(2).
 

Selecteer Blad 2 van het oefenbestand.
Ga op het lint naar het tabblad  “Ontwikkelaars” klik op “Invoegen” en kies voor “Keuzerondje”.
De cursor veranderd nu in een kruisje, ga naar cel C4 en met ingedrukte linkermuisknop teken je een rechthoek ongeveer ter grootte van de cel , laat de linkermuisknop los en laat het rondje geselecteerd,  klik met de rechtermuisknop op het rondje en klik op “Tekst bewerken”, druk de Delete-toets en wis de tekst,met het vakje nog steeds geselecteerd ga je naar een van de hoeken van het vakje en verklein je het zodanig dat je een vierkantje hebt , je kan nu met de pijltoetsen op het toetsenbord het keuzerondje centreren in de cel(1), laat het rondje geselecteerd.

Ga met de muiscursor naar een van de zijden van het rondje, de cursor verander nu in een vierpijlig kruisje, druk de Ctrl+Shift-toets in,  een plus teken verschijnt nu naast de cursor,en kopieer met ingedrukte linkermuisknop het rondje naar het midden van cel  D4, laat de linkermuisknop los, druk hem weer in en kopieer het rondje naar cel E5, laat de Ctrl+Shift+ de linkermuisknop los en klik ergens op het werkblad(1).

Druk de Ctrl-toets in en klik achtereenvolgens op de rondjes zodat ze alle drie geselecteerd zijn, ga op het lint naar “het tabblad “Ontwikkelaars” ” klik op “Invoegen” en kies voor “Groepsvak”,  de muisaanwijzer veranderd nu in een kruisje, teken het groepsvak om de rondjes maar zodanig dat ze volledig door het groepsvak omsloten zijn, let er dus op dat er ruimte is tussen de selectiekaders van de rondjes en het groepsvak, klik vervolgens ergens op het werkblad.

Klik met de rechtermuisknop op de tekst “Groepsvak 1” en klik op “Tekst bewerken” en wis de tekst met de Delete-toets, met nog steeds het groepsvak geselecteerd klik je met de rechtermuisknop op een van de selectielijnen van het vak en kies je voor “Besturingselement opmaken”, in het dialoogvenster klik je dan op 3D-arcering en klik OK.
Met nog steeds het groepsvak geselecteerd ga je met de cursor naar de linker selectielijn van het vak en sleep je met ingedrukte linkermuisknop de selectielijn naar links tot tekst ook opgenomen is in het groepsvak(2).

 

Klik ergens op het werkblad, druk de Ctrl-toets in en klik achtereenvolgens op de drie selectierondjes en op het groepsvak zodat ze alle geselecteerd zijn, kopieer ze volgens de methode beschreven in voorbeeld 1 naar beneden voor de 2 resterende vragen(1).

 

Het koppelen van de rondjes aan een cel, de eventuele 3D-arcering van de rondjes, de formule voor de cellen kan je nu wel voor mekaar krijgen als je de werkwijze van voorbeeld 1 goed gevolgd hebt.

 

Wat kan er zo al fout lopen bij het maken van keuzerondjes?

  1. Ze mogen elkaar niet overlappen, anders gaan ze op elkaar reageren.
  2. Ze moeten volledig door het groepsvak ingesloten zijn, anders kunnen ze reageren op rondjes die bij een ander groepsvak behoren.
 
Deel 1 - Deel 2 - Deel 3
 
Heb je vragen betreffende deze tip, mail me Valentin
 
 
Index

copyright © 2012 - gratiscursus.be

>