MENU
 
Home
Nieuwsbrief
GC in de media
SiteMap
 
Tips en Tricks
Excel
Word
Photoshop
PowerPoint
Surf Tips
Gmail
Android
iPad
Excel ClipTips
 
cursus Office 2016
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2013
Excel
PowerPoint
Word
Nieuw in Excel 2013
Nieuw in Word 2013
Nieuw in PowerPoint 2013
 
cursus Office 2010
Access
Nieuw in Excel 2010
Excel automatiseren
Excel
OneNote
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2007
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Publisher
Visio
Word
 
cursus Office
2000-2002-2003-XP
Access
Excel
PowerPoint
Outlook
Word
 
cursus Photoshop
CC -3D
Animatie
CS6
CS5
CS4
CS2 - CS3
Lightroom 3
Elements 6
Mask Pro
Nik Collection
 
cursus Dreamweaver
CS3
 
cursus Illustrator
CS4
 
cursus Flash
CS4
 
cursus Fireworks
CS4
 
cursus Paint Shop Pro
X en X2
 
cursus Premiere
Elements 7-8
 
cursus Joomla
Joomla 1.5
 
Sociale Netwerk sites
Facebook
LinkedIn
Twitter
 
iPad
Apps
 
Diversen
Celtx
CSS
DropBox
Firefox 3.6
GIMP
Internet Explorer 9
LIME
Linux
OpenSUZE
PREZI
ProShow Producer
YouTube
 
cursus Google
Agenda
Analytics
Gmail
Zoeken
Picasa 3
SketchUp
Chrome
Street View
 
cursus Windows
Live Movie Maker
Windows 10
Windows 8
Windows 7
XP
Vista
 
cursus Office '97
Word
Excel
 
 
>

 

Tips Excel   go to : Index
       

Tip 052

   
Deze Tip werd geschreven door mezelf.
 
De functie NETTO.WERKDAGEN
Op vraag van Kevin toon ik jullie hoe de functie NETTO.WERKDAGEN werkt.
Klik hier om het bestand te downloaden.
 
Het aantal dagen berekenen tussen twee datums, had ik je reeds verteld in een van vorige tips.
Je trekt de begindatum van de einddatum.
In onderstaand voorbeeld is dit cel D3 min cel D2, of als formule =D3-D2
Resultaat is 44 dagen.
 
Om het aantal werkdagen te berekenen gebruiken we echter de functie NETTO.WERKDAGEN
Deze functie heeft drie argumenten.
Een "Begindatum" (1), een "Einddatum" (2), en een bereik voor de vakantiedagen (3).
De eerste twee van deze argumententen zijn verplicht in te vullen.
De derde, "vakantiedagen", is optioneel.
Nuttig te weten:
Wanneer er in een functie een argument staat, en dit staat tussen vierkante haken, zoals hier de vakantiedagen, dan is dit argument steeds optioneel, en moet dit dus niet worden ingevuld.

Zoals steeds begin je een formule met het is gelijk aan teken (=).
Vervolgens typ je de functie NETTO.WERKDAGEN en open je de haakjes (
Selecteer vervolgens de cel waarin de begindatum wordt vermeld, in dit geval dus E2.
Je typt een puntkomma (;), en je selecteert de cel waarin de einddatum wordt vermeld.
In dit geval E3.
Je sluit de haakjes ), en klikt de Entertoets op je toetsenbord.

Belangrijk te weten is dat deze functie de begindatum en de einddatum erbij telt.
Dus wens je deze niet mee te tellen, moet je van deze formule twee aftrekken (A).

 

Wens je echter bepaalde datums, bijvoorbeeld de feestdagen, niet mee te tellen in de netto werkdagen, dan gebruik je ook het derde argument.

Dus na het typen van het tweede argument, de einddatum, typ je opnieuw een puntkomma (;).
Je selecteert het bereik met de niet mee te tellen datums. In dit geval de Feestdagen in cel A2:A14.
Je sluit de haakjes )
En je klikt de Entertoets op e toetsenbord.

Ik hoor je nu al denken:
"Er zijn drie feestdagen" voor deze periode in dit bereik, en hij trekt er maar één af ?".
Klopt.
Maar er is er maar één die niet valt in het weekend., en dat is maandag 25 april.

 
Ter informatie: GratisCursus.be denkt aan zijn cursisten, denk ook aan GratisCursus.be
 
>
Index

copyright © 2012 - gratiscursus.be

>