|
|
|
|
Tips Excel |
|
go to : Index |
|
|
|
|
Tip 102 |
|
|
Deze Tip werd geschreven door Valentin, waarvoor mijn dank. |
|
Interval berekenen met formules en met draaitabel. |
In onderstaande afbeelding hebben een gegevensreeks bestaande uit “Datum” , “Fact nr.” en “Bedrag” en willen het aantal klanten weten dat voor een bedrag minder dan 500€ ,tussen 500€ en 1000€, tussen 1000€ en 1500€ enz. gekocht hebben, m.a.w. we moeten dus een interval berekening uitvoeren .
Als we het interval berekenen met stappen van 500 dan wil dit zeggen van 0 tot en met 499, van 500 tot en met 999 enz., dus voor een intervalberekening van bv. 10 dan is dit van 0 tot en met 9, en van 10 tot en met 19 enz. |
Klik hier om het gebruikte bestand te downloaden. |
Definitie van interval: Interval berekent hoe vaak waarden voorkomen in een waardenbereik en geeft als resultaat een verticale matrix met getallen. U gebruikt interval bijvoorbeeld om het aantal scores van een test binnen een reeks scores te tellen. Omdat interval een matrix als resultaat geeft, moet de functie als een matrixformule worden ingevoerd CTRL+SHIFT+ENTER. |
|
We zoeken eerst de waarde van het hoogste bedrag, we doen dit met de functie =MAX. We typen in een willekeurige cel de formule =MAX( vervolgens selecteren we cel C2, drukken “Ctrl+Shift+pijltje naar beneden” om de hele reeks te selecteren, typen het sluitende haakje en drukken Enter. We krijgen als resultaat voor dit voorbeeld “€ 2.499,00” |
|
Methode 1: met de functie =INTERVAL |
We typen de onderstaande gegevens in op het werkblad(1), de waarde 2500 is de eerstvolgende waarde met een interval van 500 die groter is dan de grootste waarde in de reeks. |
|
Vervolgens selecteren we in de naastliggend kolom(2) het zelfde aantal cellen als de cellen die de intervalwaarden bevatten(3). |
|
We typen het isgelijkteken gevolgd door INTERVAL en het openende haakje (4). |
|
|
We selecteren cel C2, drukken vervolgens de toetsencombinatie “Ctrl+Shift+pijltje naar beneden” , de formule is tot nu toe: =INTERVAL(C2:C3545
We typen de puntkomma en selecteren onze intervalwaarden, de formule tot hiertoe is: =INTERVAL(C2:C3545;F4:F8
We typen het sluitende haakje en drukken de toetsen combinatie “Ctrl+Shift+Enter”. |
|
Het resultaat van de formule: |
|
Methode 2: met draaitabel |
Selecteer één cel in het gegevensgebied A1 tot en met C3545 (maakt niet uit welke cel) en druk Ctrl+Shift +* (asterix) zodat het hele gebied geselecteerd is. Ga op het lint naar “Invoegen”(5) en klik op “Draaitabel”(6). |
|
In het dialoogvenster “Draaitabel maken” kiezen we voor “Bestaand werkblad”(7), klikken in een cel op het werkblad bv. cel I3 en klikken Ok. |
|
|
In het venster “Lijst met draaitabelvelden” slepen het veld “Bedrag” naar het gebied “Waarden” en naar het gebied “Rijlabels”(8). |
|
|
De teksten “Rijlabels” en “Som van bedrag”(9) veranderen we in “Intervalwaarden” en “Aantal”(10). |
|
|
In het dialoogvenster “Lijst met draaitabelvelden” klikken we bij “Aantal” op het naar beneden wijzend pijltje(11) en kiezen voor “Waardeveldinstellingen”(12) |
|
|
In het dialoogvenster “Waardeveldinstellingen” kiezen we bij “Waardeveld samenvatten op” voor “Aantal”(13) en klikken Ok. |
|
|
Vervolgens selecteren we een cel in het veld “Intervalwaarden”, gaan op het lint naar “Hulpmiddelen voor draaitabellen” en bij “Opties”(14) kiezen we voor “Veld groeperen”(15). |
|
|
In het dialoogvenster “Groeperen” zien we dat Excel voorstelt om te groeperen te beginnen bij “126” en te eindigen“2499” (dit zijn de laagste en hoogste bedragen in de kolom Bedrag) en te groeperen per 100(16).
We wijzigen deze gegevens, voor “Beginnen bij:” nemen we 500, voor “Eindigen bij: nemen we 2500 en voor “Op” nemen we 500(17) en klikken Ok. |
|
Resultaat: |
|
|
Ter informatie: GratisCursus.be denkt aan zijn cursisten, denk ook aan GratisCursus.be |
|
>
|
|
|
Heb je vragen betreffende deze tip, mail me Valentin |
|
Index |