|
|
|
|
Cursus Fireworks CS4 |
go to : Index - Vorige - Volgende |
|
|
|
|
Les 14 |
Lagen |
|
|
Werken met lagen |
Lagen in Fireworks zijn vergelijkbaar met lagen Photoshop. of gelijk welk ander bitmap- of vectorbewerkingsprogramma.
In z'n simpelste vorm is een laag een transparant platform dat gegevens bevat. Die gegevens kunnen van alles zijn, bijvoorbeeld tekst, foto, een tekening, simpel weg van alles. |
|
>
|
Elke pagina (A) die je toevoegt aan je Fireworksbestand heeft een of meerdere lagen (1), met al dan niet sublagen (2).
De gegevens op een laag, zijn totaal onafhankelijk van de gegevens op een andere laag.
Elk object in een document bevindt zich op zijn eigen laag (3).
Je kunt lagen maken voordat je met tekenen begint of tijdens het tekenen lagen toevoegen als dat nodig is.
Om met lagen te werken open je uiteraard eerst het deelvenster "Lagen".
Ik heb voor deze gelegenheid het venster "Lagen" naar het midden van de pagina gesleept.
Je kunt de inhoud van een laag bekijken door het naar rechtswijzend pijltje te klikken (4).
Je kunt de een laag verbergen of tonen door het oogicoontje te klikken (5).
En je kunt een laag vergrendelen of ontgrendelen door het vergrendelicoontje te klikken (6) |
|
|
Om manueel een laag toe te voegen klik je het naar benedenwijzend pijltje in de titelbalk van het venster "Lagen", en je klikt "Nieuwe laag".
In het venster dat verschijnt geef je de laag een naam, en klik je de knop OK.
Een tweede manier is de knop "Nieuwe laag" te klikken onderaan het lagenvenster.
Om een laag, en de inhoud daarvan te verwijderen, sleep je de laag naar het vuilbakicoontje onderaan het lagenvenster. |
|
Elk bestand in Fireworks beschikt over een "Weblaag".
Op een weblaag plaats je interactieve objecten.
Interactieve objecten zijn Segmenten of Hotspots.
|
Meer hierover in een latere les. |
|
Index - Vorige - Volgende |
|
|
|
|