MENU
 
Home
Nieuwsbrief
GC in de media
SiteMap
 
Tips en Tricks
Excel
Word
Photoshop
PowerPoint
Surf Tips
Gmail
Android
iPad
Excel ClipTips
 
cursus Office 2016
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2013
Excel
PowerPoint
Word
Nieuw in Excel 2013
Nieuw in Word 2013
Nieuw in PowerPoint 2013
 
cursus Office 2010
Access
Nieuw in Excel 2010
Excel automatiseren
Excel
OneNote
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2007
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Publisher
Visio
Word
 
cursus Office
2000-2002-2003-XP
Access
Excel
PowerPoint
Outlook
Word
 
cursus Photoshop
CC -3D
Animatie
CS6
CS5
CS4
CS2 - CS3
Lightroom 3
Elements 6
Mask Pro
Nik Collection
 
cursus Dreamweaver
CS3
 
cursus Illustrator
CS4
 
cursus Flash
CS4
 
cursus Fireworks
CS4
 
cursus Paint Shop Pro
X en X2
 
cursus Premiere
Elements 7-8
 
cursus Joomla
Joomla 1.5
 
Sociale Netwerk sites
Facebook
LinkedIn
Twitter
 
iPad
Apps
 
Diversen
Celtx
CSS
DropBox
Firefox 3.6
GIMP
Internet Explorer 9
LIME
Linux
OpenSUZE
PREZI
ProShow Producer
YouTube
 
cursus Google
Agenda
Analytics
Gmail
Zoeken
Picasa 3
SketchUp
Chrome
Street View
 
cursus Windows
Live Movie Maker
Windows 10
Windows 8
Windows 7
XP
Vista
 
cursus Office '97
Word
Excel
 
 
>

 

Cursus Linux   go to : Index - Vorige - Volgende
       
Les 4 Unix commando's  
       
       
Dit hoofdstuk heeft als doel de meest gebruikte Unix/Linux commando's te beschrijven.
Na de theorie volgen oefeningen.
  • cat
    De inhoud van een bestand tonen.
    Vb: cat filename
  • man
    Het opvragen van de handleiding.
    Vb: man cat (Geeft een handleiding van cat)
  • cd
    Veranderen van de actuele directory.
    Vb: cd /usr/bin
  • mkdir
    Het aanmaken van een nieuwe directory
    Vb: mkdir map
  • ls
    Geeft een overzicht van bestanden.
    Bij gebruik van de optie "-l" krijg je gedetailleerde voorstelling.
  • cp
    Kopieert een bestand of direcory
    Vb: cp bronbestand doelbestand
    Je kan ook hele mappen dupliceren door de optie "-r".
    Vb: cp -r brondirectory doeldirectory
  • mv
    Verplaatst een bestand of directory.
    Dit commando kan ook gebruikt worden om bestanden te hernoemen.
  • chmod
    Wijzigen van bestandspermissies
  • chown
    Wijzigt de eigenaar (gebruikersnaam en/of groep) van een bestand
  • dd
    Converteert en kopieert bestanden. Meestal wordt dit commando gebruikt om "images" te maken van een schijf.
    Vb: dd if=/dev/cdrom of=bestandsnaam.iso
  • file
    Bepaalt tot wat voor type een bestand behoort.
    Vb: file testbestand.jpg
  • find
    Zoekt naar bestanden in directorybomen.
    Vb: find . -name testbestand
  • locate
    Heeft ongeveer dezelfde functie als "find", maar in plaats van de directoryboom te doorlopen werkt locate met een database die regelmatig wordt ge-update.
  • ln
    Maakt een bestand bekend onder een andere plaats/locatie.
    Vb: ln -s bestandsnaam symlinknaam
    De optie "-s" dient om een "soft symlink" te maken. Hierbij is het zichtbaar dat het bestand eigenlijk een link is.
  • nl
    Laat ingelezen regels voorafgaan door regelnummers
  • pwd
    Laat de actuele directory zien
  • rm
    Verwijdert bestanden en/of directorybomen.
    Vb: rm teverwijderenbestand
    Met de optie "-r" kan je ook de mappen en hun inhoud verwijderen.
  • head
    Drukt de eerste regels van een bestand af.
  • tail
    Drukt de laatste regels van een bestand af. Met de optie "-100" (waarbij 100 ook een ander getal kan zijn), druk je de laatste 100 regels af.
    De optie "-f" volgt continue het einde van het bestand. Zo kan je op een gemakkelijke wijze bijvoorbeeld logbestanden volgen.
    Vb: tail -f /var/log/messages
  • tar
    Dit is een tool om backups van bestanden/mappen te maken.
    Om bijvoorbeeld een backup te maken van een logdirectory gebruik je: tar -cf log.tar /var/log Om een .tar bestand uit te pakken gebruik je: tar -xf log.tar
    Met de optie -v (verbose) kan je volgen welke bestanden worden gelezen of uitgepakt.
  • gzip & gunzip
    Deze tools dienen om bestanden te compresseren. Gzip gebruik je om gezipte bestanden te maken, gunzip om ze uit te pakken. Gzip kan maar één enkel bestand per keer compresseren, daarom wordt het vaak in combinatie gebruikt met tar.
    Dit verklaart waarom .tar.gz bestanden een populair formaat is (tar beschikt ook over de optie -z om automatisch gzip bestanden aan te maken).
  • touch
    Actualiseert de creatie-, benaderings-, en wijzigingsdatum.
    Het "touch" commando wordt ook vaak gebruikt om een leeg bestand aan te maken.
  • wc
    Word Count. Telt het aantal woorden, tekens en regels in bestanden.
  • mail
    Verzendt en ontvangt elektronische post. Mail wordt vooral gebruikt in scripts.
  • write
    Verzendt een boodschap naar een specifieke gebruiker.
    Vb: write root
    Je kan dan teksten typen die bij de andere gebruiker op het scherm komen. Telkens je op ENTER druk wordt die tekst verstuurd. Je sluit het programma af door op CTRL-C te drukken. Indien je geen berichten wenst te ontvangen, gebruik dan het commando mesg.
  • mesg
    Geeft/stopt de toestemming dat een andere gebruiker berichten kan sturen naar jouw terminal. Vb: mesg n (geen toestemming) of mesg y (wel toestemming)
  • awk
    Patroonherkenningstaal
  • cmp
    Vergelijkt twee bestanden op gelijkheden
  • diff
    Zoekt de verschillen tussen twee bestanden
  • grep
    Zoekt naar een bepaalde tekststring in bestanden.
    Vb: grep "string die ik zoek" mijnbestand
  • uniq
    Verwijdert dubbele regels uit gesorteerde bestanden.
  • sort
    Sorteert de regels van samengevoegde bestanden
  • vi
    Teksteditor.
  • passwd
    Wijzigen van het paswoord
  • echo
    Toont een tekststring op het scherm.
  • lpr
    Print de inhoud van een bestand af. Het bestand kan drie formaten hebben: tekst, postscript
    of raw (taal van de te gebruiken printer).
    Vb: lpr test.ps
  • kill
    Beëindigt een aangegeven proces.
    Vb: kill 1201 (beëindig het proces met nummer 1201)
    Met de optie "-9" kan je aangeven dat het systeem het proces op hardhandige wijze stopt. Gebruik enkel de optie "-9" indien een proces op hol slaat en het niet op een andere manier kan gestopt worden.
  • killall
    Heeft dezelfde functie als kill, maar met killall wordt een procesnaam gebruikt in plaats van een procesnummer.
  • ps
    Geeft een lijst van de gestarte processen. Met het commando "ps -ef" krijg je een lijst van alle processen die op het systeem draaien
  • top
    Top toont een lijst van de processen die het systeem het zwaarst belasten. Je kan er ook andere statistische gegevens in terug vinden
  • df
    Het opvragen van een lijst van alle "gemounte" partities. Bij de uitvoer wordt ook getoond hoeveel vrije ruimte er beschikbaar is. Met de optie "-h" krijg je een duidelijkere uitvoer.
  • du
    Toont de hoeveelheid schijfruimte in gebruik voor een opgegeven directoryboom
  • nice
    Voert een proces uit met een verminderde prioriteit
  • date
    Toont of wijzig de tijd van het systeem.
  • su
    Dit staat voor "Switch User". Je hebt de mogelijkheid om van gebruiker te veranderen.
    Vb: su gebruiker2
    Indien geen gebruikersnaam wordt opgegeven wordt er vanuit gegaan dat "root" wordt bedoeld. Voor het wijzigen van de gebruiker heb je wel het paswoord van die andere gebruiker nodig.
  • finger
    Opvragen van gebruikersgegevens.
    Vb: finger gebruikersnaam
  • mount
    Het aankoppelen van externe bestandssystemen. Meestal gebruiken we de verkorte notaties. Vb: mount /mnt/floppy of mount /mnt/cdrom
  • umount
    Het afkoppelen van externe bestandssystemen.
    Vb: umount /mnt/floppy of umount /mnt/cdrom
  • who
    Toont wie op het systeem aangelogd is.
  • clear
    Maakt het scherm leeg
 
 
>
Index - Vorige - Volgende
 
 
 
 
 

copyright © 2012 - gratiscursus.be

>