Klik de F5 toets op je toetsenbord.
Dit opent het "Penseelvenster".
Onder het tabblad "Vorm penseeluiteinde" geef je een tussenruimte in van 110%.
Hiermee bepaal je de tussenruimte tussen twee penseelweergaves.
Selecteer het tabblad "Vormdynamiek" en geef een "Hoek-Jitter" in van 1%.
Dit zal het penseel lichtjes draaien wanneer je klikt ven sleept met het penseel.
Sluit het venster "Penseel" door opnieuw de toets F5 te klikken op je toetsenbord.
Stel de weergave van het canvas in als 30% zodat je een rand ziet rond het canvas.
Plaats je cursor buiten het canvas.
Klik en sleep in de afbeelding van rechts naar links, en van links naar rechts.
Zoals je ziet worden door de zwarte penseelstreken in het uitknipmasker de delen van de bovenliggende laag getoond.
Klik de sneltoetscombinatie Ctrl + 0 (nul) op je toetsenbord zodat de afbeelding terug geheel zichtbaar word in Photoshop (1).
Dubbelklik het uitknipmasker (2).
Dit opent het laagstijlvenster.
Selecteer de laagstijl "Lijn" en geef volgende instellingen in.
Selecteer vervolgens de laagstijl "Slagschaduw" en geef volgende instellingen in.
Klik de knop OK
Dit geeft ons het volgende.
Je hebt nu de mogelijkheid de grootte en positie van het uitknipmasker te wijzigen.
Selecteer hiervoor het uitknipmasker, klik Ctrl + T op je toetsenbord, en klik en sleep de hoekblokjes om de grootte te bepalen, of klik en sleep in het uitknipmasker om de positie te wijzigen.
Hetzelfde voor de foto.
Wens je de grootte of positie van de foto te wijzigen, selecteer je de laag met de foto, klik Ctrl + T op je toetsenbord, en klik en sleep je de hoekblokjes om de grootte te bepalen, of klik en sleep je in de foto om de positie te wijzigen.