• Maak een nieuwe show met als titel “Oef 53_Ballonvaart”. Via [File] > [New Show] verander je de [Show Titel]; de [Aspect Ratio] behouden we op 4:3. Klik op [Create].

• Selecteer de foto "Landschap" en de gif "Luchtballon1" uit Oef 53 en sleep ze als lagen naar slide 1.

• De slide tijd zetten we op 6 sec en de overgangstijd op 0 sec.

• Dubbelklik op de slide en kies [Layers] > [Layer Settings]. Zet [Zoom] van de [Luchtballon1] op 20%.

• Neem het tabblad [Effects] > [Motion Effects].

Klik in de linkerbalk op de knop [Open precision preview].

• Dit geeft het volgende venster:

Zoals je ziet zijn de meeste knoppen bekend van de vroeger gebruikte schermen, zoals [Zoom], [Slide Time], [Pan] enz..

• Selecteer de laag [Luchtballon1] (1). Extra keyframes maken doe je door te dubbelklikken op de bovenste tijdsbalk (2). We zetten er eentje extra op 1.5 sec en eentje op 4 sec.

• Om nu een keyframe te selecteren moet je boven in de tijdsbalk klikken op de keyframe nr. Dit is wel belangrijk want doe je dit niet en klik je gewoon in de foto dan is de kans groot dan je van laag verspringt en niet meer werkt met de juiste laag. Dus hier wel even goed opletten.

• Voor deze oefening gaan we de luchtballon laten opstijgen, van rechts naar links laten glijden en dan weer laten dalen. De beweging kan je doen met de volgende instellingen: Klik in de tijdsbalk op [Keyframe 1], zet [Zoom] = 20%, [Pan X] = 34 en [Pan Y] = 31.

Klik op [Keyframe 2], zet [Zoom] = 40%, [Pan X] = 24, [Pan Y] = -25.
Klik op [Keyframe 3], zet [Zoom] = 50%, [Pan X] = -20, [Pan Y] = -19.
Klik op [Keyframe 4], zet [Zoom] = 25%, [Pan X] = -31, [Pan Y] = 32.

• Druk op de knop [Play] (3) en je ziet de beweging.

• Wat hier ook duidelijk te zien is, zijn de lijnen tussen de verschillende keyframes.

Standaard zijn dit gebogen lijnen. Dit komt omdat [Smoothing] op 50% staat. Klik maar eens bovenaan op [Keyframe 2] en gebruik de schuifbalk bij [Smoothing]. Je zal zien dat de lijnen meer of minder gebogen worden. Zo kan je eenvoudig de beweging van de luchtballon aanpassen.

• Sluit dit scherm, klik op de knop [Close] en sluit ook het volgende scherm en bekijk het resultaat.

• Bewaar nu dit project. Via [File] > [Save As] kies je met de verkenner de juiste map waar je dit project wil bewaren en verander je de [Bestandsnaam] indien nodig. Klik op [opslaan].