In dit voorbeeld gaan we het gebruik maken van “Selectievakjes”.

Schakel de tabblad  “Ontwikkelaars” in op het lint (zie Cursus Excel automatiseren Les 3).
Ga op het tabblad “Ontwikkelaars” (1)en klik op  “Invoegen”(2), in het keuzemenu dat nu verschijnt kies je voor “Selectievakje”(3), de cursor verandert in een klein kruisje.

Ga nu met ingedrukte Alt-toets naar de linkerbovenhoek van cel D3 en met de linkermuisknop ingedrukt sleep je de cursor een beetje schuin naar rechts naar de onderkant van de cel, als het vakje de gehele cel bedekt laat je de linkermuisknop en de Alt-toets los, ga met de cursor naar de rechterrand(1) van het vakje en verklein het(2).

Met nog steeds het vakje geselecteerd klik je met de rechtermuisknop in het vakje (soms moet je een tweede maal rechts klikken) en kies je voor “Tekst bewerken” en met de Delete-toets wis je de tekst (in dit voorbeeld hebben we de tekst niet nodig, onze tekst staat in cel B3).

Met het vakje nog steeds geselecteerd klik je wederom rechts en kies je voor “Besturingselement opmaken”(1)

Op het tabblad “Besturingselement” (1) klik in het vakje voor “3D-Arcering”(2) .

Op het tabblad “Kenmerken”(1) nemen we het vinkje weg bij “Object afdrukken”(2), nu worden ze niet mee afgedrukt wanneer je het bestand afdrukt , en klik dan OK.

Met nog steeds de Alt+ Ctrl toetsen ingedrukt  ga je naar de onderkant van het vakje in cel D4 en sleep je weer naar de volgende cel, herhaal dit tot en met cel D8 en klik vervolgens in een cel zonder selectievakje, maakt niet uit welke .(waarom Alt+Ctrl:  met de Alt-toets ingedrukt verspringt het vakje telkens één cel en staat het netjes uitgelijnd tegen de linkerkant van de cel, en met de Ctrl-toets ingedrukt staan ze recht onder elkaar.)
Tip: vind je het moeilijk om de vakjes te kopiëren, zoom dan het werkblad in tot bv. 200%.

Met de Ctrl-toets ingedrukt klik je nu op het vakje in cel D3, klik vervolgens  rechts en kies  voor “Besturingselement opmaken”, in het venster “Besturingselement opmaken” op het tabblad “Besturingselement”(1) klik je in het vak “Koppelen met cel:” en vervolgens klik je in cel M3, bij “Waarde” staat standaard “Niet ingeschakeld” en dat laten we zo.
(Om achteraf te weten te komen aan welke cel het vakje gekoppeld is klik je met ingedrukte Ctrl-toets op het vakje en de celverwijzing kan je dan aflezen in de formulebalk.)

Klik op de kolomkop van kolom D en maak de kolom smaller, bv. Breedte 3.

Klik met de rechtermuisknop op de kolomkop van kolom M(1), en kies in het menu “Verbergen”(2).

We zijn klaar om pizza te bestellen.