MENU
 
Home
Nieuwsbrief
GC in de media
SiteMap
 
Tips en Tricks
Excel
Word
Photoshop
PowerPoint
Surf Tips
Gmail
Android
iPad
Excel ClipTips
 
cursus Office 2016
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2013
Excel
PowerPoint
Word
Nieuw in Excel 2013
Nieuw in Word 2013
Nieuw in PowerPoint 2013
 
cursus Office 2010
Access
Nieuw in Excel 2010
Excel automatiseren
Excel
OneNote
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2007
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Publisher
Visio
Word
 
cursus Office
2000-2002-2003-XP
Access
Excel
PowerPoint
Outlook
Word
 
cursus Photoshop
CC -3D
Animatie
CS6
CS5
CS4
CS2 - CS3
Lightroom 3
Elements 6
Mask Pro
Nik Collection
 
cursus Dreamweaver
CS3
 
cursus Illustrator
CS4
 
cursus Flash
CS4
 
cursus Fireworks
CS4
 
cursus Paint Shop Pro
X en X2
 
cursus Premiere
Elements 7-8
 
cursus Joomla
Joomla 1.5
 
Sociale Netwerk sites
Facebook
LinkedIn
Twitter
 
iPad
Apps
 
Diversen
Celtx
CSS
DropBox
Firefox 3.6
GIMP
Internet Explorer 9
LIME
Linux
OpenSUZE
PREZI
ProShow Producer
YouTube
 
cursus Google
Agenda
Analytics
Gmail
Zoeken
Picasa 3
SketchUp
Chrome
Street View
 
cursus Windows
Live Movie Maker
Windows 10
Windows 8
Windows 7
XP
Vista
 
cursus Office '97
Word
Excel
 
 
>

 

Cursus ProShow Producer 4 go to : Index - Vorige - Volgende
       
Les 45 Oef 39: Werken met maskers  
 
Introductie:

Kan je het nog voorstellen hoe een stencil werkt? Je neemt een karton en knipt de letters of een vorm eruit en deze leg je dan op een achtergrond. Men schildert erover. Als je de stencil weg haalt, dan staan de letters of de vorm op deze achtergrond. De stencil is een voorbeeld van een masker.

>
Het dient gewoon om iets dat er onderligt gedeeltelijk te bedekken. Zo werkt het in traditionele zin. Denk ook gewoon aan een masker tijdens carnaval. In de digitale wereld geldt hetzelfde concept maar hier zijn er meer mogelijkheden met als resultaat meer effecten die je kan creëren
 
Een masker is een speciale laag
In ProShow is een masker gewoon een speciale laag. Iedere laag is bruikbaar als een masker laag zolang je er maar iets creatief kan mee doen. Je hebt wel altijd minstens 2 lagen nodig om eentje ervan te kunnen gebruiken als masker.
 
Soorten maskers
Proshow Producer kent 2 soorten masker types. Deze zijn het alpha (transparancy) type en het intensity (grayscale) type. Zonder te veel in detail gaan is hier een korte beschrijving van deze types:
 
Type 1 Alpha (transparancy):
Als je een masker gebruikt dan wil je wat bedekken. Hier is het zo dat het transparante gedeelte van de maskerlaag de onderliggende laag zal bedekken en het "solide" deel zal enkel getoond worden. Te vergelijken met wat uitgeknipt is bij het karton voorbeeld. Het lijkt veel op hetgeen we vroeger zagen met kaders waar het binnenste deel transparant is. Maar een masker zelf blijft altijd onzichtbaar en zie je ook niet terug in een afgewerkte show, waar de kaders niet bedoeld zijn om te verdwijnen en wel opgenomen worden in het eindproduct.
 
Type 2 Intensity (grayscale):
Hier is het effect afhankelijk van de donkere en de lichtere delen van de laag die je gebruikt als masker. Het is het best voor te stellen zoals bij het maken van een zwart wit foto. Wat onder de lichtere delen zit wordt getoond en wat onder de zwartere delen zit wordt bedekt. In het engels zegt men:
"Dark conceals while light reveals" (Donker bedekt, licht onthult).
 
Praktische voorbeelden
Voordat je iets kan doen met maskers in ProShow Producer moet je weten waar de controles staan. Het is niet zo dat als je een foto of iets soortgelijks hebt met het woord masker erin dat ProShow dit gaat herkennen als een masker. Nee, je moet een masker zelf zetten.
 
Mask type : Intensity (Grayscale)
Nieuwe show
  • Maak een nieuwe show met als titel “Oef 39_Maskers”. Via [File] > [New Show] verander je de [Show Titel]; de [Aspect Ratio] behouden we op 4:3. Klik op [Create].
 
Voorbeeld 1
Lagen inbrengen
  • Selecteer uit Oef 39 de "Achtergrond_03" en de "Jongedame" en sleep deze naar de filmband maar als lagen.
 
Schaal, zoom en positie aanpassen
  • Dubbelklik op de slide en neem [Layers] > [Layer Settings]. Selecteer de laag [Achtergrond_03] en zet de [Scaling] op [Fill Frame]. Selecteer dan de laag [Jongedame] en zet hier de [Scaling] ook op [Fill Frame], de [Zoom] zetten we op 185 en de [Position] op 7 x -27.
 
Laagvolgorde controleren
  • We gaan deze [Jongedame] als masker laag gebruiken. Daarom moet deze laag wel de bovenste laag zijn. Controleer even of dit zo is, anders verschuif je deze naar boven.
 
Masker maken
  • Aan de linkerkant is er een speciaal vak [Masking Layer]. Om nu een laag als een masker laag te gebruiken vink je deze aan, naast [OFF].
[OFF] wordt dan [ON]
Je ziet dat de foto in het voorvertoningsvenster anders gekleurd wordt. In de lagen zal het opvallen dat de laag [Jongedame] als extra ook de naam [Mask Layer] heeft gekregen en dat de laag [Achtergrond_03] een beetje naar rechts is verschoven. Deze is nu vast geklikt aan de bovenste laag.
  • Klik op [OK] en sluit dit scherm en dan zie je op de filmband dat bij de [Jongedame] de kleuren van de achtergrond zijn doorgedrukt. De donkere delen zijn niet of bijna niet veranderd en de lichtere delen werden wel aangepast.
Voorbeeld 2
Laag inbrengen en aanpassen
  • Een ander voorbeeld van maskeren. Selecteer uit Oef 39 "Achtergrond_02". Sleep deze naar de 2de slide en zet zijn [Scaling] op [Fill frame]. Dit kan je doen door rechts te klikken, kies uit de popupmenu [Customize Slide] > [Scale Slide Image] > [Fill Frame].
 
Extra laag inbrengen en aanpassen
  • Selecteer de foto "Bruid" en sleep deze ook op de 2de slide maar als een extra laag. Ook deze zet je met zijn [Scaling] op [Fill frame].
 
Masker toepassen
  • We gaan de laag [Bruid] gebruiken als maskerlaag. Dubbelklik op de slide en in [Layers] > [Layer Settings] vink je het vak [Masking Layer] aan. We zien de veranderingen zoals aangegeven hierboven. Klik op [OK] en dan zie je resultaat door het gebruik van dit masker. Nu lijkt de ganse foto gelijk een schaduwbeeld.
 
Masker types
Nu gaan we het even hebben over de "masker types". In het kadertje [Masking Layer] is er een veld [Mask Type] waar je een keuze kan maken.
Met de afrolmenu kan je kiezen uit 2 types, namelijk Intensity (Grayscale) en Alpha (Transparency). In de twee vorige voorbeelden hebben we [Intensity (Grayscale)] toegepast. Het gebruik van dit type masker geeft meestal een gebleekte foto. Het "doordrukken" is afhankelijk van de lichte en donkere delen in het masker.
 
Mask Type: Transparency
Voorbeeld 3
Lagen inbrengen en aanpassen
  • Selecteer de "Achtergrond_01" en sleep deze naar slide 3. De [Scaling] zetten we op [Fill Frame].
  • Selecteer de "Sneeuwvlok" en sleep deze op slide 3 als een extra laag.
 
Masker toepassen
  • Dubbelklik op de slide 3 en in [Layers] > [Layer Settings] maken we van de laag [Sneeuwvlok] een masker. M.a.w. vink het veldje [Masking Layer] aan. Je zal zien dat het [Mask Type] automatisch veranderd is in [Alpha (Transparency)]. ProShow Producer herkent bepaalde extensies als" Alpha" types, o.a. PSD, PNG, TIFF.
  • Klik op [OK] en sluit het menu. Het resultaat laat zien dat alles van de onderliggende laag wat onder het [Sneeuwvlok] zat getoond wordt en al de rest is geblokkeerd (gemaskeerd). Zo zie je het grote verschil met het andere type zoals weergegeven in voorbeeld 1 en 2.
Voorbeeld 4
Lagen inbrengen
  • Nog een voorbeeld van masker type "Transparency". Selecteer "Kader", "Bloemen" en Achtergrond_01" en sleep deze naar slide 4 als lagen.
 
Witte achtergrond
  • Dubbelklik op de slide 4 en in [Slide] > [Background] zet je de achtergrond op een witte kleur.
 
Lagen schalen en zoomen
  • Kies dan [Layer] > [Layer Settings] en zet eerst alle lagen met de [Scaling] op [Fill Frame].
  • De laag [Bloemen] zetten we met [Zoom] op 70%.
  • De laag [Achtergrond_01] geven we een [Zoom] op 50%.
 
Lagen ordenen
  • Nu gaan we de lagen ordenen. Boven de laag [Achtergrond_01] dan [Kader] en dan [Bloemen].
 
Masker maken
  • De laag [Achtergrond_01] gaan we gebruiken als maskerlaag. Selecteer deze en vink [Masking Layer] aan. We nemen als [Mask Type] Alpha (Transparency). Om dit effect helemaal perfect te krijgen moeten we de selectie omkeren. Klik daarvoor op het veld [Invert]. Je zal ook zien dat de laag [Bloemen] geen deel uitmaakt van het masker. Dit laten we nu zo. Sluit deze menu door op [OK] te klikken en aanschouw het resultaat.
 
Masker diepte:
En dan nu willen we het nog hebben over [Mask depth] (maskerdiepte). Je kan onder één maskerlaag meerdere lagen koppelen.
 
Voorbeeld 5
Lagen inbrengen
  • Selecteer "Achtergrond_01, 02 & 03" en "Sneeuwvlok" en sleep deze als lagen op slide 5.
 
Lagen ordenen
  • Dubbelklik op de slide en neem [Layers] > [Layer Settings]. We gaan de laag [Sneeuwvlok] gebruiken als masker. Daarvoor gaan we de lagen ordenen. Boven de laag [Sneeuwvlok] dan [Achtergrond_01] dan [02] en verder [03].
 
Masker maken
  • Vink [Masker Layer] aan. Je ziet dat er maar één laag gekoppeld wordt aan de masker laag.
 
Meerdere Lagen koppelen aan masker
3 mogelijkheden
  • Nu zijn er 3 manieren om de andere lagen ook te koppelen aan de masker laag.
    • Selecteer de laag [Achtergrond_02] en met het pijltje (naar rechts) kan je een laag koppelen. Met het pijltje (naar links) kan je ontkoppelen.
    • Selecteer de laag [Achtergrond_02] en met het pijltje (naar rechts) kan je een laag koppelen. Met het pijltje (naar links) kan je ontkoppelen.
  • In het kadertje [Masking Layer] is er het veldje [Mask Depth]. Hier typ je het getal (bv typ 3) waarmee je 3 lagen koppelt aan het masker.
 
Lagen plaatsen
  • Om dit effect af te werken gaan we laag [Achtergrond_01] op [Position] = -45 x -35 zetten en de laag [Achtergrond_02] op [Position] = 55 x 35. Sluit dit menu door [OK] te klikken en bekijk het resultaat.
Show bewaren
  • Bewaar alles via [File] > [Save As], kies met de verkenner de juiste map waar je dit project wil bewaren en verander de [Bestandsnaam] indien nodig. Klik dan op [opslaan].
 
 
 
Index - Vorige - Volgende

copyright © 2012 - gratiscursus.be

>