MENU
 
Home
Nieuwsbrief
GC in de media
SiteMap
 
Tips en Tricks
Excel
Word
Photoshop
PowerPoint
Surf Tips
Gmail
Android
iPad
Excel ClipTips
 
cursus Office 2016
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2013
Excel
PowerPoint
Word
Nieuw in Excel 2013
Nieuw in Word 2013
Nieuw in PowerPoint 2013
 
cursus Office 2010
Access
Nieuw in Excel 2010
Excel automatiseren
Excel
OneNote
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2007
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Publisher
Visio
Word
 
cursus Office
2000-2002-2003-XP
Access
Excel
PowerPoint
Outlook
Word
 
cursus Photoshop
CC -3D
Animatie
CS6
CS5
CS4
CS2 - CS3
Lightroom 3
Elements 6
Mask Pro
Nik Collection
 
cursus Dreamweaver
CS3
 
cursus Illustrator
CS4
 
cursus Flash
CS4
 
cursus Fireworks
CS4
 
cursus Paint Shop Pro
X en X2
 
cursus Premiere
Elements 7-8
 
cursus Joomla
Joomla 1.5
 
Sociale Netwerk sites
Facebook
LinkedIn
Twitter
 
iPad
Apps
 
Diversen
Celtx
CSS
DropBox
Firefox 3.6
GIMP
Internet Explorer 9
LIME
Linux
OpenSUZE
PREZI
ProShow Producer
YouTube
 
cursus Google
Agenda
Analytics
Gmail
Zoeken
Picasa 3
SketchUp
Chrome
Street View
 
cursus Windows
Live Movie Maker
Windows 10
Windows 8
Windows 7
XP
Vista
 
cursus Office '97
Word
Excel
 
 
>

 

Cursus Photoshop   go to : Index - vorige - volgende
       
Les 69 Blending modes/Overvloeimodi  
       
Het verschil tussen Opacity (Dekking) en Fill (Vul)
Als eerste wil ik je vertellen dat de overvloeimodus bepaalt hoe de pixels van de laag overvloeien in pixels in onderliggende lagen van de afbeelding. M.a.w. een overvloeimodus instellen op een Background is niet alleen zinloos het is ook onmogelijk.
 
Bovenaan het layer palet vinden we drie vakken weermee we de overvloeimodi of blending mode kunnen aanpassen in Photoshop.
Klikken op het pijltje van vak één geeft ons de verschillende modussen.
In vak twee hebben we de Opacity (dekking).
En in vak drie hebben we de Fill (vul).
Laat me eerst eens uitleggen wat het verschil is tussen Opacity en Fill.
Het lijkt of beiden hetzelfde doen, maar toch is dat niet zo.
Als voorbeeld zie je hier een foto met twee layers, een background layer, en een layer met Michelangelo.
Op de layer met Michelangelo is het effect Outer Glow toegevoegd.
Beide vakken, Opacity en Fill, hebben een waarde van 100%
 
De Opacity heeft betrekking op alles wat zich in de layer bevindt, ook dus op bvb de verschillende effecten die op deze layer zijn toegepast.
Wanneer we deze waarde wijzigen, wijzigt de transparantie van alles wat zich in deze layer bevindt, ook de effecten.
 
De Fill heeft enkel betrekking op de pixels in de layer.
Wijzigen we deze waarde, dan zal enkel de transparantie worden toegepast op de pixels van de foto, en niet op de effecten.
 
De verschillende modes

Klikken op het naar beneden wijzend pijltje naast vak één, geeft ons een dropdown-menu met 25 verschillende vooraf ingestelde modi.

Deze zijn ingedeeld in zes groepen.
Elke mode in een groep is verwant met de ander.

Zo heb je bijvoorbeeld de tweede groep met de modes Darken, Multiply,

Color Burn, Linear Burn en Darken Color.
Elk van deze mode zal de layer verdonkeren.

De derde groep zal dan weer de layer lichter maken.

De vierde groep heeft betrekking op het contrast van de kleuren.

style="display:inline-block;width:120px;height:90px" >

De vijfde groep zal de kleuren van de layer gebruiken om de kleuren van de onderliggende layer om te keren.

En als laatste, de zesde groep, zijn eigenlijk gecomposeerde modi, die op basis van Hue, Saturation, en Luminosity, berekeningen uitvoeren op de eindkleur.

 

De verschillende modes kunnen we uitvoeren op een layer of een effect.
Wanneer je een mode hebt toegepast, kan je ook nog steeds de waarden van de Opacity en Fill aanpassen om het resultaat te wijzigen.

Tip: om snel de verschillende modes te bekijken klik je op Shift en + op je toetsenbord. Om een mode terug te gaan klik je Shift en - op je toetsenbord.

Al deze verschillende modi bespreken we in de volgende les.
 
Index - vorige - volgende

copyright © 2012 - gratiscursus.be

>