We gebruiken retoucheergereedschappen om onze foto een beetje te verfraaien.
In Photoshop Elements beschikken we over verschillende retoucheergereedschappen. Deze zijn verdeeld onder zes knoppen.
Waarom dat deze niet allen onder elkaar staan is me een raadsel, maar het zij zo.

Deze zes knoppen zijn op hun beurt, met uitzondering van de knop "Rode ogen verwijderen", verdeeld in een menu met verschillende opties.
Klikken op de knop, en de muisknop ingedrukt houden, opent dit menu. Maar dat wisten we al.

Eventueel kan je nog de pupilgrootte, en de donkerwaarde voor de pupil instellen in het optiemenu.

Een derde manier om de rode oogjes te verwijderen is te klikken in de menubalk op de knop "Verbeteren", en te kiezen voor "Rode ogen automatisch corrigeren" in het drop-downmenu.

Met het retoucheerpenseel corrigeren we grote gebieden met onvolkomenheden, door eroverheen te slepen. Je kunt met dit penseel ook tegen een uniforme achtergrond geplaatste objecten verwijderen, zoals een object in een glas water.

Selecteer eerst het gereedschap "Retoucheerpenseel" in de Editor.
Kies een penseelgrootte op de optiebalk en stel opties voor het retoucheerpenseel in.

Modus: Hiermee bepaal je hoe de bron of het patroon wordt gemengd met bestaande pixels. Met Normaal worden nieuwe pixels over de oorspronkelijke pixels heen gelegd. Bij Vervangen blijven de filmkorrel en de structuur aan de randen van de penseelstreek behouden.

Bron: Hiermee stel je de bron in voor het repareren van de pixels. Met Monster worden pixels uit de huidige afbeelding gebruikt. Met Patroon worden pixels gebruikt uit het patroon dat is opgegeven in het palet Patroon.

Uitgelijnd: Hiermee worden doorlopend pixels in een monster opgenomen, zonder dat het huidige monsterpunt verloren gaat, zelfs niet wanneer je de muisknop loslaat.
Schakel Uitgelijnd uit wanneer je steeds de pixelmonsters vanaf het eerste punt wilt hergebruiken wanneer u het tekenen onderbreekt en hervat.

Alle lagen: We kiezen "Alle lagen" om monsters te nemen van gegevens in de huidige laag, de huidige laag en de onderliggende lagen of alle zichtbare lagen.

Overige opties:

Afstemmen op omgeving:
Bij deze methode worden de pixels langs de rand van de selectie gebruikt om te zoeken naar een gedeelte dat kan worden gebruikt voor het herstellen van het geselecteerde gedeelte.
Mocht deze optie geen oplossing bieden, kiest je "Bewerken", "Ongedaan maken" in de menubalk, en probeer je de optie "Structuur maken".

Structuur maken:
Bij deze methode worden alle pixels in de selectie gebruikt om een structuur te maken waarmee het probleemgebied wordt hersteld.
Als de structuur niet werkt, probeer je nogmaals door het gebied te slepen.

Selecteer "Alle lagen" wanneer je de wijzigingen op alle lagen van de afbeelding wenst toe te passen.