MENU
 
Home
Nieuwsbrief
GC in de media
SiteMap
 
Tips en Tricks
Excel
Word
Photoshop
PowerPoint
Surf Tips
Gmail
Android
iPad
Excel ClipTips
 
cursus Office 2016
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2013
Excel
PowerPoint
Word
Nieuw in Excel 2013
Nieuw in Word 2013
Nieuw in PowerPoint 2013
 
cursus Office 2010
Access
Nieuw in Excel 2010
Excel automatiseren
Excel
OneNote
Outlook
PowerPoint
Word
 
cursus Office 2007
Access
Excel
Outlook
PowerPoint
Publisher
Visio
Word
 
cursus Office
2000-2002-2003-XP
Access
Excel
PowerPoint
Outlook
Word
 
cursus Photoshop
CC -3D
Animatie
CS6
CS5
CS4
CS2 - CS3
Lightroom 3
Elements 6
Mask Pro
Nik Collection
 
cursus Dreamweaver
CS3
 
cursus Illustrator
CS4
 
cursus Flash
CS4
 
cursus Fireworks
CS4
 
cursus Paint Shop Pro
X en X2
 
cursus Premiere
Elements 7-8
 
cursus Joomla
Joomla 1.5
 
Sociale Netwerk sites
Facebook
LinkedIn
Twitter
 
iPad
Apps
 
Diversen
Celtx
CSS
DropBox
Firefox 3.6
GIMP
Internet Explorer 9
LIME
Linux
OpenSUZE
PREZI
ProShow Producer
YouTube
 
cursus Google
Agenda
Analytics
Gmail
Zoeken
Picasa 3
SketchUp
Chrome
Street View
 
cursus Windows
Live Movie Maker
Windows 10
Windows 8
Windows 7
XP
Vista
 
cursus Office '97
Word
Excel
 
 
>

 

Cursus GIMP 2.6 go to : Index - vorige - volgende
       
Les 3 De werkomgeving (2)  
 
Het "Gereedschapset"

In het gereedschapset, gereedschapskist, gereedschapbalk, noem het zoals je wil, vinden we bovenaan alle gereedschappen terug waarmee we onze afbeelding kunnen bewerken (a).
Afhankelijk van het gekozen gereedschap vinden we onderaan dit venster een aantal opties (b).
Deze gereedschapopties kunnen we losscheuren van het gereedschapvenster.
Beweeg hiervoor de muisaanwijzer tussen het bovenste gedeelte van het venster en het onderste gedeelte van het venster, wanneer deze wijzigt in een "handje", klik en sleep je dit optievenster naar de gewenste positie (c).

Heb je het optievenster losgemaakt van het gereedschapvenster, kun je dit terug plaatsen door dit te klikken en te slepen terug onderaan in het gereedschapvenster (d).

 
Selecteer je een ander gereedschap in de gereedschapbalk, dan wijzigen uiteraard de opties in het optievenster. Of dit is los gekoppeld of niet, dat maakt niks uit.
Al deze gereedschappen bespreek ik wel wanneer we deze gaan gebruiken in de cursus.
>
Door te klikken op de knop "Tabblad configureren" (e) kunnen we de samenstelling van het optievenster wijzigen. Zo kun je o.a. tabbladen toevoegen of sluiten.
 
Het venster Lagen, Kanalen...

Het venster "Lagen, Kanalen, Pen, Ongedaan maken, Penselen, Patronen, Kleurverlopen" bestaat uit twee delen (A en B), die elk op hun beurt bestaan uit verschillende dialoogvensters (C).

Zo heb je in het bovenste deel het dialoogvenster "Lagen" (1), "Kanalen" (2), "Paden" (3) en "Bewerkingsgeschiedenis" (4).
En in het onderste deel de dialoogvensters "Penselen" (5), "Patronen" (6) en "Kleurverlopen" (7).

Al deze dialoogvensters komen ruim aan bod wanneer we onze afbeeldingen beginnen te bewerken, alleen wil ik nu al vertellen dat deze dialoogvensters ook kunnen worden los gescheurd uit het venster "Lagen, Kanalen, Pen, Ongedaan maken, Penselen, Patronen, Kleurverlopen".
En dat je dialoogvensters kunt toevoegen en/of verwijderen door de knop "Dit tabblad configureren" te klikken (D).

 
Dit doe je op net dezelfde manier dan dat je in het vorige deel van deze les hebt gezien bij het afscheuren van het optievenster.
Alleen klik en sleep je nu met het tabblad.
 
Alle dialoogvensters hebben onderaan een menubalk (e) die, afhankelijk van het geselecteerde dialoogvenster, een aantal opties hebben.
Ook deze komen aan bod wanneer we werken met deze, in de cursus.
 
 
Index - vorige - volgende

copyright © 2012 - gratiscursus.be

>